
Duurde de schepping echt 6 dagen?
Als God het universum in zes dagen wil maken, dan kan Hij dat. De vraag is of de Bijbel dat ook zo glashard zegt.
De eerste vijf boeken van het Oude Testament, waaronder Genesis, zijn door God aan Mozes gedicteerd. Hij heeft deze informatie op een specifiek tijdstip in een specifieke context aan Mozes doorgegeven.
Met een specifiek doel. Dus wil je Genesis lezen zoals het is bedoeld, dan moet je proberen het te lezen zoals het volk Israël dat deed.
Wanneer Mozes Genesis heeft geschreven, weten we niet precies, maar het moet gebeurd zijn tijdens de veertig jaren die Israël doorbracht in de woestijn. Dit was dus na de uittocht uit Egypte.
Voorstelling van Mozes
Dit vertelt ons veel over de achtergrond van Genesis. Het volk had zojuist 400 jaar doorgebracht in Egypte. Hele generaties Israëlieten hadden niets anders gekend dan het leven onder de farao’s.
Dat leven was zwaar geweest, maar het was ook vertrouwd. Ze deden wat hun werd verteld en vereerden ongetwijfeld ook veel afgoden. Ze waren ook bekend met de verschillende Egyptische scheppingsverhalen, die er allemaal vanuit gingen dat de goden de wereld hadden geschapen.
En plotseling was daar Mozes, de Hebreeuwse prins die was opgevoed aan het hof, de moordenaar die veertig jaar in de woestijn was geweest. Deze man sprak namens de God van hun voorvaderen.
Die God liet het rampen regenen totdat Egypte eindelijk de Israëlieten lieten gaan.
Wie was deze God? Waar paste Hij in het rijke spectrum aan goden die ze uit Egypte kenden? Wat wilde Hij van de nakomelingen van Jakob / Israël?
Dit waren logische vragen. Natuurlijk wisten ze nog wel iets van Abraham, Isaäk, Jakob, Jozef en zijn elf broers, maar ze hadden geen bijbel waarin ze dagelijks konden lezen.
Genesis is in eerste instantie aan hen geschreven, deze Israëlieten. God wilde laten zien wie Hij was, waar zij vandaan kwamen en waar ze heen gingen.
Laten we eens kijken wat God tegen hen zegt in Genesis 1.
In het begin was er één God
Het allereerste wat God duidelijk wil maken is dit: ‘In het begin was Ik er. Geen zonnegod, geen maangod, geen oppergod. Ik en alleen Ik. Ik en Ik alleen heb alles wat je waarneemt gemaakt.’
Voorstelling van de schepping
Nu moet je je goed realiseren dat de Israëlieten een heel ander wereldbeeld hadden dan wij. Zij zagen de wereld zo:
De aarde was waarschijnlijk plat in hun gedachten. De hemel was een koepel (of zoals de NBV zegt: een gewelf). De zon en de maan waren daaraan geplakt. De sterren waren lichtpuntjes, geen zonnen die veel verder weg stonden.
Boven de hemel en onder de aarde vond je de oervloed. Hoe anders kon het regenen? Dat water moest zich ergens boven de hemel bevinden.
Nu had God natuurlijk kunnen uitleggen hoe het universum wetenschappelijk gezien in elkaar zat. (Daar zouden wij ook wat van hebben opgestoken!)
Toch doet Hij dat niet. In zijn leerzame boek ‘How (not) to read the Bible’ maakt auteur Dan Kimball deze vergelijking:
‘Stel, ik krijg een groep studenten op bezoek in mijn woning, dan vragen ze misschien hoe dit huis tot stand is gekomen. Dan ga ik ze niet vertellen over het fundament dat door de bouwers is gestort, hoe de muren zijn opgetrokken, met welke materialen ze zijn afgewerkt en waar het dak van is gemaakt. Nee, deze jonge mensen willen weten hoe mijn huis een ‘thuis’ is geworden. Zo is het met het scheppingsverhaal ook. God geeft geen wetenschappelijke verhandeling, hij laat aan de Israëlieten zien hoe deze wereld hun thuis werd.’
Kimball zegt dat de wetenschap de Bijbel niet kan ontkrachten, omdat de Bijbel geen wetenschappelijk boek is.
Dat betekent overigens niet dat de Bijbel onwetenschappelijk is, Gods Woord bevat veel wetenschappelijke waarheden, zoals Ben Hobrink aantoont in ‘Moderne Wetenschap in de Bijbel’.
Wat het wel betekent? Dat we Genesis 1 niet met de bril van onze cultuur op moeten lezen. Wij lezen: ‘Op dag 1 maakte God het licht’. En vervolgens raken we in verwarring dat de zon pas op dag 4 wordt gemaakt. Bovendien: hoe kon de aarde überhaupt bestaan als er geen zon is waar onze wereld omheen draait?
Vooropgesteld: God kan licht maken zonder zon en als de aarde drie dagen in de ruimte moet zweven zonder zon, dan zou God dat ook kunnen. Het gaat er niet om wat God wel en niet kan. Het gaat erom hoe we deze tekst moeten lezen.
Dus laten we onze moderne bril eens afzetten en opnieuw naar de tekst kijken. Dan zien we een literaire tekst over hoe de wereld onze thuis werd, geen natuurkundige paper met voetnoten.
In de augurele periode schiep God de hemel en de aarde
Wij zijn zo bekend met de woorden ‘In den beginne schiep God de hemel en de aarde’. Maar als je naar de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst kijkt, staat er een woord dat meer betekent dan ‘In het begin’.
Eigenlijk staat er: ‘In de augurele periode’. Een augurele periode is ‘een tijd van inwijding’. Als de Verenigde Staten een president inzweren, dan houdt deze een augurele rede. Dit is zijn openingstoespraak.
Een inwijding wil zeggen dat je plechtig – dus met een ceremonie of ritueel – wordt toegelaten tot iets. Een tempel of een kerk kun je ook inwijden.
Het woord dat wij vertalen met ‘schiep’ is het Hebreeuwse woord ‘bara’, dat betekent: ‘maken, iets een functie geven’. Er is een ander woord Hebreeuws woord dat betekent ‘creëren’.
Dat woord wordt echter niet gebruikt. God kiest heel bewust voor ‘bara’. Daarmee zegt Hij dat iets heel moois maakt en dat een belangrijke functie geeft.
In vers 2 staat: ‘De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.’
Deze beschrijving doet denken aan de Egyptische scheppingsverhalen, waarin aan het begin van de tijd ook chaos heerste voor de goden begonnen te creëren.
In Genesis zweeft Gods geest echter boven de chaos. Het Hebreeuwse woord voor zweven is ‘rachaph’.
Ditzelfde woord wordt in Deuteronomium 32:11 gebruikt om een arend te beschrijven die boven zijn nest vliegt.
God communiceert hier in Genesis 1:2 dus al dat Hij is als een arend die boven Zijn nest vliegt. (Of misschien beter: een Moederarend die boven Haar nest vliegt.)
De boodschap is: ‘Ik zorg voor jullie’. (Dus niet: in het begin was er een oersoep!)
De conclusie van de eerste twee verzen in Genesis is dan ook dat God het universum heeft gemaakt, een reusachtige tempel waarin Hij vereerd kan worden. Hij is een liefdevolle God die voor Zijn kinderen zorgt zoals een arend zorgt voor de kuikens in het nest.
God organiseert de schepping
Daarna gebeurt iets opvallends. Lees maar even mee, Genesis 1:3
God zei: ‘Er moet licht komen en er was licht. Het licht scheidde Hij van het duister; het licht noemde Hij dag, de duisternis noemde Hij nacht’.
Zo gaat het verder. Op dag 2 worden de hemel en de zee gemaakt, op dag 3 het land, de planten en bomen, op dag 4 de zon, de maan en de sterren, op dag 5 de vogels en de vissen en op dag 6 de landdieren en de mens.
Dit roept dus talloze vragen op voor ons, want is die volgorde wel zo logisch? Hoe kunnen planten groeien terwijl ze het licht van de zon nodig hebben? En zo kun je wel meer vragen oproepen.
We moeten de tekst echter anders lezen, meer literair-artistiek. Dat wil zeggen: als een verhaal met een boodschap en niet als een logboek.
Wat zie je dan? Op dag 1 – 3 geeft God het universum vorm en een functie. Op dag 4 – 6 vult God de ruimtes die zijn gemaakt.
- Dag 1 licht en duisternis, dag 4 de zon, maan en sterren.
- Dag 2 de hemel en de zee, dag 5 de vogels en de vissen.
- Dag 3 vruchtbaar land, dag 6 de landdieren en de mens.
- Dag 7: God rust.
Het punt dat God communiceert, is dat Hij orde schept waar eerst chaos was. Hij heeft een duidelijk doel met deze schepping: Hij alleen is God, Hij alleen moet worden vereerd, Hij geeft alles zijn plek, Hij is liefdevol en zorgt voor Zijn creatie.
En die zeven dagen dan? Is dat precies een week van 7x 24 uur?
God kan absoluut het hele universum in zes dagen kan creëren. Hij zou het ook kunnen in 6 uur, 6 minuten of 6 seconden.
God kan er inderdaad voor gekozen hebben om Zijn creatie in zes maal 24 uur vorm te geven. Er is NIETS tegen een letterlijke lezing van Genesis 1. Tegelijk is het mogelijk dat het aantal dagen niet letterlijk moeten worden genomen.
Het Hebreeuwse woord ‘yom’ – dat wij vertalen met ‘dag’ – kan namelijk verschillende dingen betekenen:
- Een dag / 12 uur (Gen. 1:5)
- Een seizoen, waarschijnlijk verschillende maanden (Gen. 4:3)
- Een eeuwigheid (Gen. 44:32)
- Een leven lang (Gen. 43:9)
- Een tijd (Deut. 10:10)
Mozes gebruikt het woord ‘yom’ dus op verschillende manieren.
Zes theorieën over de scheppingsweek
Oké, nu we dat hebben vastgesteld, hoe gaan we nu de vraag beantwoorden of de aarde in zes letterlijke dagen is geschapen?
Dan Kimball vat in zijn eerdergenoemde boek de verschillende theorieën samen:
- De jonge aarde-theorie: we moeten de Bijbel letterlijk lezen. Dat betekent dat de aarde tussen de 6 en 10.000 jaar oud is. Daar zijn best overtuigende bewijzen voor.
- De ‘verschijning van leeftijd’-theorie: we moeten de Bijbel letterlijk lezen. De aarde en het universum zijn jong, maar God heeft het heelal met een bepaalde leeftijd gecreëerd, waardoor het lijkt alsof de schepping miljarden jaren oud is.
- De gat-theorie: in Genesis 1:1 schept God het universum, dan wacht hij enkele miljarden jaren voor Hij verder gaat in Genesis 1:2.
- De ‘voorbereiding van de tuin’-theorie: dit is een aangepaste versie van de theorie hierboven. Genesis 1:1 duurt miljarden jaren voor we aankomen bij Genesis 1:2. In die periode maakte God alles. Vanaf 1:2 is de aarde nog woest en doods. En dan begint God de Hof van Eden te maken.
- De ‘dag-periode’-theorie: voor iedere scheppingsdag stond veel meer dan 24 uur. Het woord ‘yom’ is niet 1 dag, maar een periode.
- De ‘Gods tempel’-theorie: Deze interpretatie ziet in Genesis 1 niet per se de creatie van de hele kosmos, maar het verhaal van een God die Zijn tempel maakt.
Het gaat te ver om elke theorie in detail te bespreken hier. Wat je ongetwijfeld wilt weten, is:
Welke scheppingstheorie is de juiste?
Dat is eigenlijk niet met zekerheid vast te stellen. De tempel-uitleg heeft iets bijzonders. Zoals ik al zei, kun je de tekst ‘In het begin’ ook vertalen met ‘In de inwijdingsperiode’. En het patroon van iets heiligen (d.w.z. iets aan God toewijden) voor een periode van 7 dagen zien we ook in Exodus.
De tabernakel – Israëls draagbare heiligdom – wordt in een ceremonie die 7 dagen duurt gewijd aan de Heer. Op de zevende dag neemt God Zijn intrek in de tabernakel. Hij ‘rust’ als het ware.
En in de tijd van Salomo werd zeven jaar gewerkt aan de eerste tempel. Aan het einde van de inwijdingsceremonie gaat God wonen in die tempel. Hij rust daar en brengt rust.
Dit is een geweldige parallel met de sabbat, de zevende dag van de week. Dat is de dag waarop God ‘rust’. Niet omdat Hij moe is van het werken. Nee, omdat Hij zijn intrek neemt in de tempel.
Net zoals een Amerikaanse president na de inaugurele rede zijn intrek neemt in het Witte Huis. Dat is niet om uit te rusten. Het werk gaat dan pas beginnen.
Voor God is dat eigenlijk net zo. Hij bestuurt het universum / deze tempel. Het is ook mooi om te zien dat zowel de tabernakel als de eerste tempel die Israël bouwde allerlei verwijzingen bevatten naar de Hof van Eden. Adam en Eva krijgen priesterlijke taken. Ze moesten God dienen.
DAT is de boodschap die God aan Mozes en zijn volk gaf. Hij bracht tijd door met Adam en Eva in de tuin. Hij was onder hen. Dat is de belofte die God aan Israël gaf. Hij zou met hen meegaan naar het beloofde land en onder hen wonen, zoals Hij ook onder Adam en Eva woonde.
Conclusie
Veel moderne mensen haken vertwijfeld af bij het lezen van de Bijbel, omdat ze het scheppingsverhaal niet logisch vinden. Ze stellen vragen die Gods Woord niet beantwoord. En daardoor missen ze wat God daadwerkelijk zegt.
God maakte het universum, inclusief de aarde en alles wat daarop leeft. Hij deed dat vanuit Zijn goedheid. Hij wil liefhebben en geliefd worden.
Misschien is de wereld in zes dagen geschapen, misschien duurde het veel langer. Dat is van ondergeschikt belang. Waar het om gaat, is dat God onder ons wil wonen, zodat Hij ons kan dienen en wij Hem!